De tien punten van de code werden gegeven in het deel van het vonnis getiteld “Toegestane medische experimenten”:
De vrijwillige toestemming van het menselijke subject is absoluut essentieel.
Het experiment moet zo zijn dat het vruchtbare resultaten oplevert voor het welzijn van de samenleving, niet te verkrijgen is met andere methoden of studiemiddelen, en niet willekeurig en onnodig van aard.
Het experiment moet zo worden opgezet en gebaseerd op de resultaten van dierproeven en kennis van de natuurlijke geschiedenis van de ziekte of een ander probleem dat wordt bestudeerd, dat de verwachte resultaten de uitvoering van het experiment rechtvaardigen.
Het experiment moet zo worden uitgevoerd dat alle onnodig lichamelijk en geestelijk lijden en letsel wordt voorkomen.
Er mag geen experiment worden uitgevoerd als er a priori reden is om aan te nemen dat de dood of invaliderend letsel zal plaatsvinden; behalve misschien in die experimenten waarbij de experimentele artsen ook als proefpersonen dienen.
Het te nemen risico mag nooit groter zijn dan dat bepaald door het humanitaire belang van het probleem dat door het experiment moet worden opgelost.
De juiste voorbereidingen moeten worden getroffen en er moeten voldoende faciliteiten worden geboden om de proefpersoon te beschermen tegen zelfs maar kleine mogelijkheden van letsel, handicap of overlijden.
Het experiment mag alleen worden uitgevoerd door wetenschappelijk gekwalificeerde personen. De hoogste mate van vaardigheid en zorg zou vereist moeten zijn in alle fasen van het experiment van degenen die het experiment uitvoeren of eraan deelnemen.
Gedurende de loop van het experiment moet de menselijke proefpersoon de vrijheid hebben om het experiment te beëindigen als hij de fysieke of mentale toestand heeft bereikt waarin voortzetting van het experiment hem onmogelijk lijkt.
Tijdens de loop van het experiment moet de verantwoordelijke wetenschapper bereid zijn het experiment in elk stadium te beëindigen, als hij waarschijnlijke redenen heeft om bij het uitoefenen van de goede trouw, superieure vaardigheid en zorgvuldig oordeel van hem te geloven dat een voortzetting van de experiment zal waarschijnlijk resulteren in verwonding, handicap of overlijden van de proefpersoon
Bron: wikipedia